Globale beschrijving van de eisen waaraan je motorfiets bij een keuring moet voldoen

RDW en de keuring

Bron:              RDW; bewerkt TD; stuk aanwezig in CFM-Documentatiecentrum: M32.17

Datum bron:   februari 2002

Gebruikt:        Sleuteldag CFM 2002

Opmerking:    Er is geen volledigheid nagestreefd; het is slechts een samenvatting.

Opmaak:         5 maart 2004

Voor 26 november 1975 is een typegoedkeuring niet verplicht. Alles van daarvoor wordt gekenmerkt als “historisch” voertuig.

De beschrijving hieronder dient voor dit type motorfietsen (zonder zijspan) en is een samenvatting van de hoofdpunten.

Remmen

• remkabels moeten deugdelijk bevestigd zijn. Het materiaal waarmee is niet vastgelegd.
• remkabels mogen niet gerafeld zijn.
• het rempedaal moet stroef zijn.
• een trommelrem moet vrij draaien, mag niet aanlopen.
• een nippel solderen of een maat bout ter borging nemen die in verhouding staat met de krachten die erop werken. (bijvoorbeeld 5 mm)
• de remvertraging moet ten minste 3,8 m/s² bedragen (voor 30-6-1967); bij twijfel wordt een remproef gedaan: bij 40 km/h is de remweg 16,2 m.
• één velgrem of een bandrem op zich geven geen problemen als de remvertraging maar gehaald wordt.

Uitlaat en demper

• een uitlaat zelf fabriceren kan, indien er geen typegoedkeuring van toepassing is.
• bij de keuring kan een geluidssterktecontrole plaats vinden.
• het uitlaatsysteem moet gasdicht zijn (ontluchtingsgaatjes daargelaten).
• Er wordt gemeten in de open lucht.
• decibelmeting: zie tabel 1. (350 cc viertakt 2000 rpm 95 dB(A))

VIN (voertuigidentificatienummer of framenummer)

• een vin nummer dient u door de RDW te laten inslaan

Claxon

• een claxon moet een vaste toonhoogte hebben.
• een baltoeter mag twee tonen tegelijk geven en wordt dan als één toon gemeten.

Spiegel

• Een spiegel is niet verplicht.

Banden

• banden moeten een minimale profielhoogte hebben van 1 mm.
• banden mogen niet zijn uitgedroogd.
• er mogen geen banden worden gebruikt met de vermelding NHS (niet hoge snelheid).

Verlichting

• aantasting door corrosie van de reflector is toegestaan tot 25 % van het oppervlak.
• een remlicht is niet verplicht.
• een stadslicht is toegestaan, niet verplicht.
• een afscherming van de verplichte verlichting tot 25 % is toegestaan. (een koplamp moet dus voor het grootste gedeelte zijn licht vrij kunnen verspreiden)
• Na 31-12-1954 is een E, e of NL in het glas als keurmerk verplicht, of een merk, voorkomend in de KEMA lijst. (dit geldt niet voor voertuigen tot en met 100 cc)
• retroreflector: E, e, DOT, SAE, BI of BII keurmerk.
• de retroreflector moet in verticale stand staan. (maximaal 125 cm hoog)
• koplamplicht wit of geel. (tussen 40 en 125 cm)
• achterlicht rood of amber. (maximaal 125 cm)

Resultaat van de keuring

• indien uw voertuig aan bepaalde verplichtingen niet kan voldoen dan kan er een aantekening op het kentekenbewijs voor beperkt gebruik komen (bijvoorbeeld: uitsluitend voor gebruik in optochten o.i.d.)

Identificatie van het voertuig

• via EUCARIS of  VIN zal de DET (datum eerste toelating) niet kunnen worden vastgesteld.
• uit voorgaande volgt dat:
• er een verklaring moet komen van de fabrikant waaruit de productiedatum blijkt
  • er moet een origineel typeplaatje op de motor zitten
  • literatuur overhandigen waaruit het VIN of de productiedatum blijkt
  • informatie via of van de FEHAC
  • informatie uit het CFM documentatiecentrum
  • een invoerdocument
• een combinatie van bovenstaande punten is het beste om uw identificatie rond te krijgen
• invoerpapieren is een zaak voor de douane, niet van de RDW
• de herkomst van het voertuig moet altijd aantoonbaar zijn via een rekening van de verkoper
• een buitenlands kentekenbewijs geldt ook als identificatiebewijs. Dit document mag “ontwaard” zijn, dus ook een “Carte d’immatriculation”.
• van historische voertuigen wordt aangenomen dat ze destijds een typegoedkeuring hebben gekregen. Daardoor zijn ze nu bij de keuring vrijgesteld van een typegoedkeuring.
• De identiteit, dus merk en type, moet echter wel aantoonbaar zijn via bovengenoemde papieren.
• een verzameling onderdelen, vaardig in elkaar geknutseld, kan dus nooit een typegoedkeuring hebben omdat je niet kunt voldoen aan de twee vorige punten.
•  een militair kentekenbewijs is toegestaan

Invoer van de motor in Nederland

• eerst moet het voertuig bij de RDW worden aangeboden ter keuring. (0900) 0739.
• na de keuring begeeft u zich met het voertuig naar het BPM aangiftepunt van de Belastingdienst Douane.
• er zal geen BPM worden geheven (gezien de leeftijd), er moet echter wel aangifte worden gedaan.
• over de verdere afhandeling kunt u zich informeren bij de douane of in het CFM-DC
• de kentekenplaat moet u zelf aanvragen.
• de kentekenplaat mag blauw zijn (gezien de leeftijd)

En verder . . .

• er worden geen zz-kentekens meer afgegeven.
• als de aanvrager kan aantonen dat het voertuig in oorspronkelijke uitvoering verkeert, wordt er een oud kenteken afgegeven.
• er wordt geen wegenbelasting geheven (ouder dan 25 jaar).
• als u een aanslag van de belasting krijgt, meldt u de belastingdienst middels een kopie van het kentekenbewijs de leeftijd van uw lieveling.
• u krijgt dan kwijtschelding van belasting
• u krijgt het jaar erop geen aanslag meer (als alles goed gaat)